Vandaag stelde ik in de commissie Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie mijn vraag om uitleg (VOU) aan minister Crevits over de gevolgen van de afschaffing van de vestigingswetten.
In 2018 werden de beroepsbekwaamheden voor de gereglementeerde beroepen afgeschaft. De betreffende bepalingen uit de Europese richtlijn hadden sinds 2016 rechtstreekse werking, zodat Europese burger zich hier reeds op konden beroepen ten opzichte van Vlaanderen. Vlaamse ondernemers waren hier echter nog wel aan onderworpen, waardoor een ongelijke behandeling het gevolg was.
Nu blijkt dat het aantal haarsalons sterk gestegen is. Die stijging kan natuurlijk niet volledig te wijten zijn aan deze wijzigingen in de regelgeving. Maar volgens de federaties van de haarsalons en schoonheidssalons is de stijging sinds begin 2018 wel degelijk mede door deze wetswijzigingen te verklaren.
Het bewaken van de kwaliteit van de dienstverlening was ook een aandachtspunt in de visienota van de Vlaamse Regering. In het luik ‘bijkomende alternatieven vanuit de sector’ werd o.a. de opmaak van kwaliteitslabels opgenomen.
Vandaar mijn vragen aan de minister:
- Ziet de minister een rol weggelegd voor ondersteuning vanuit de overheid bij het opmaken en/of handhaven van kwaliteitslabels?
- Hoe staat de minister tegenover de tendens dat steeds minder mensen instromen in de schoonheidssalons vanuit schoolse opleidingen? Acht de minister bijkomende maatregelen nodig?
- Een belangrijke argumentatie voor de opheffing van deze beroepsbekwaamheden zijn de wettelijke voorwaarden waar zij sowieso in hun beroepsuitoefening aan moeten voldoen, zoals wetgeving rond voedselveiligheid en hygiëne, broodwetgeving, begraafplaatsen, algemene consumentenbescherming etc. Ziet de minister grote verschillen tussen de sectoren qua resterend beschermingsniveau van de dienstverlening, bijvoorbeeld in de sectoren vermeld in het artikel?
- In de regelgevingsagenda staat medio 2020 een opheffing van de resterende en uitgeholde vestigingswetgeving gepland. Welke elementen worden hiermee bedoeld?
- Het uitwerken van kwaliteitslabels en de certificering zie ik niet echt als een taak voor de Vlaamse overheid. Ik vind dat een taak die typisch door de beroepsorganisaties of de federaties kan worden opgenomen en waarvoor je niet noodzakelijk een overheidssteunapparaat hoeft uit te werken. Tijdens de gesprekken met de sectoren in de vorige legislatuur heeft VLAIO wel voorbeelden meegegeven van hoe sectoren voor hun leden aan kwaliteitslabels kunnen werken of hoe ze dat ingang kunnen doen vinden.
-
We hebben eens gekeken of er bij ons al dergelijke signalen zijn binnengekomen, maar dat is voorlopig niet het geval. Wij ondersteunen via VLAIO wie wil starten en ook gevestigde ondernemers om competenties te verwerven en die op peil te houden. Dat gebeurt via het aanbod van dienstverleners, maar bijvoorbeeld ook via de kmo-portefeuille. Er is een zeer breed aanbod, ook via Syntra. Er zijn vandaag in Vlaanderen dus heel veel stimulansen voor ondernemers om te werken aan professionele dienstverlening en kwaliteit. In mijn beleidsnota heb ik wel aangekondigd dat ik de impact van de vereenvoudiging van de toegang tot de zelfstandige beroepen wil bekijken met de betrokken sectoren. Ik zal dus ook aan VLAIO de instructie geven om een voorstel uit te werken voor een bevraging bij de sectoren en daar ook een timing voor uit te werken.
- In de visienota en in de regelgevingsanalyse van VLAIO die aan de basis lag van de beslissing van de Vlaamse Regering, werd dat grondig bekeken. Waar aspecten als volksgezondheid, voedselveiligheid of andere vormen van veiligheid aan de orde zijn, is het beschermingsniveau duidelijk gegarandeerd via – vaak federale – reglementering en zijn er ook controleorganen. Waar die elementen niet spelen, is de vraag of je als overheid dan absoluut moet gaan ingrijpen. Voorlopig ben ik geneigd om geen verdere ingrepen te doen, maar ik zal dus wel een bevraging laten uitvoeren en wil ook de twee sectoren die in de krant kwamen, vooraf eens zien. Dan kunnen we op een geobjectiveerde manier zien waar de knelpunten vooral zitten. De inkanteling van de ondernemerstrajecten van Syntra binnen VLAIO biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om met de sectoren in overleg te gaan over de opleidingsvereisten. Want daar knelt het schoentje een beetje, denken we.
- De opheffing waarnaar u verwijst, houdt geen inhoudelijke of beleidsmatige keuze in. De algehele opheffing van de beroepsbekwaamheden is in de vorige legislatuur afgerond. We moeten er nu alleen legistiek voor zorgen dat alle regels die overbodig zijn geworden, eruit gaan en dat de regelgeving zuiver wordt gezet. Het ontwerp van decreet betreft dan ook de opheffing van uitgeholde en niet langer dienende regelgeving inzake vestigingswetgeving, waaronder de basisregelgeving van de vestigingswetgeving, de Vestigingsraad en de Centrale Examencommissie en alle diverse uitvoeringsbepalingen ervan.
Je kan hier het volledige verslag vinden (zowel woordelijk als het videofragment) of je kan het fragment hieronder bekijken:
