De werking van Dyzo vzw is van groot belang in de begeleiding van ondernemingen in moeilijkheden. Al heel wat ondernemers vinden de weg naar Dyzo vzw en dat is goed nieuws, zeker gezien de nakende faillissementstorm die Graydon voorspelt. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Kurt Vanryckeghem opvroeg bij minister van Werk en Economie, Hilde Crevits.
Dyzo vzw heeft als doel het anker te zijn voor zelfstandigen in moeilijkheden. Ondernemers kunnen bij Dyzo terecht voor het redden van hun zaak, de begeleiding in een faillissement en de ondersteuning en begeleiding na een faling. En dit steeds in alle discretie.
West-Vlaanderen trekt de kop.
Uit de cijfers die Kurt Vanryckeghem opvroeg bij minister Crevits blijkt dat er wel grote verschillen zijn naar aanvragen voor begeleiding tussen de verschillende provincies. Uit de cijfers van 2018, 2019 en 2020[1] blijkt dat West-Vlaamse ondernemingen het vaakst bij Dyzo aankloppen: ze zijn verantwoordelijk voor 25,80% van de aanvragen. Gevolgd door Antwerpen (25,37%) en Oost-Vlaanderen (21,34%). Vlaams-Brabant (15,60%) en Limburg (11,89%) vervolledigen het lijstje.
Over het waarom qua verschil per provincie is er nog geen duidelijkheid. Kurt Vanryckeghem: “Het lijkt wel interessant dit verder te onderzoeken en zo hier ook belangrijke conclusies uit te kunnen trekken. Op die manier kunnen we de werking van Dyzo alleen maar verder versterken. Uit onderzoek kan misschien blijken dat West-Vlaamse ondernemingen rapper de weg vinden naar Dyzo, wat dan dus zou kunnen resulteren in extra communicatie betreffende Dyzo in de overige provincies.”
Horeca en handel hebben het het moeilijkst.
Wat wel duidelijk is uit de opgevraagde cijfers is dat het in elke provincie grotendeels dezelfde sectoren[2] zijn die het vaakst bij Dyzo aankloppen. “Het vaakst zijn het ondernemingen die onder de sectoren ‘handel (koop en verkoop)’ en ‘horeca’ vallen. Ook binnen de sectoren ‘afwerking bouw (reiniging, sanitair, stukadoor…)’, ‘diensten’ en ‘bouw’ vinden al heel wat ondernemingen de weg naar Dyzo”, aldus Kurt Vanryckeghem.
Ondersteuning van Dyzo
Dyzo is duidelijk een heel belangrijke ondersteuning voor heel wat Vlaamse ondernemingen, het is dan ook belangrijk dat Dyzo zelf de nodige ondersteuning krijgt om haar begeleiding ten volle te kunnen uitoefenen.
Eind 2020 kondigde minister Crevits nog maar aan de werkingsmiddelen van Dyzo te verhogen. Een goeie zaak vindt ook Vlaams Parlementslid Kurt Vanryckeghem: “Naar aanleiding van de coronacrisis en de brexit zullen wellicht, meer dan in vorige jaren, ondernemers in (potentiële) moeilijkheden geraken.”
Vlaams minister van Economie Hilde Crevits verhoogde de jaarlijkse steun aan Dyzo tijdelijk van 585.000 euro naar 710.000 euro. Deze bijkomende middelen moeten Dyzo in staat stellen haar capaciteit te verhogen en haar website te vernieuwen met het oog op een versnelde toegang tot de juiste informatie.
[1] Dit cijfer van 2020 dienen correct geïnterpreteerd te worden:
- De echte faillissementsgolf moet wellicht nog komen (blijkt ook uit cijfers van o.a. Graydon). Het moratorium de voorbije maanden heeft immers veel ondernemingen tijdelijk bescherming geboden tegen faillissement, doch die ondernemingen zullen het niet allemaal redden.
- De cijfers van 2020 zijn enkel de ‘nieuwe’ aanmeldingen. Met andere woorden: een ondernemer die Dyzo in 2018 of 2019 contacteerde (en in dat jaar een dossiernummer kreeg) en in 2020 opnieuw opduikt (wat de laatste maanden steeds meer gebeurt), zit niet in het cijfer van 2020.
[2] In het CRM-systeem van Dyzo gebeurt echter geen systematische registratie op het vlak van sector(en). Zo beschikken we enkel over de cijfers van de ondernemingen waar de sector ingevuld werd (“onderregistratie”).