In de commissie economie stelde ik vandaag een vraag over het gebruik van sneltests in bedrijven, de kostprijs, de faciliteiten en de voorwaarden.
“De sneltesten binnen bedrijven raken steeds meer ingeburgerd, wat een positief gegeven is. Nu ook de federale teststrategie in bedrijven op volle toeren geraakt, zijn onze bedrijven ook beter gewapend tegen mogelijke sluitingen.
Minister, we zijn ook blij dat u zelf hebt aangedrongen op het gebruik van sneltesten en hiervoor echt uw rug hebt gerecht. Op die manier kunnen we onze Vlaamse economie verder optimaal beschermen. Ook de bedrijven reageren heel positief op deze testen. Maar uiteraard duiken er ook vragen op, wat niet onlogisch is bij een dergelijk groot logistiek project.
Zo loopt de kostprijs soms op bij de bedrijven. De sneltesten zelf zijn gratis, maar het werk van de bedrijfsarts moet wel betaald worden.
- Zijn er plannen om hier iets aan te veranderen? Zullen de sneltesten van het federale niveau ook na 1 mei nog gratis zijn?
- Nu moet er altijd een bedrijfarts aanwezig zijn. Zijn er mogelijkheden waarbij de arts gewoon een coördinerende rol kan opnemen, maar anderen de testen kunnen afnemen en registreren?
- Ook bij het gebruik van sneltesten binnen een bedrijf moet de bedrijfsarts aanwezig zijn terwijl we deze als particulier gewoon in de apotheek kunnen kopen en zelf thuis kunnen uitvoeren. Kunt u hierover samenzitten met uw federale collega? De aanwezigheid van een bedrijfsarts kan in deze situatie eerder een belemmering zijn gezien de kostprijs.“
De minister kon me het volgende antwoorden op mijn vragen:
- Het werk van die arbeidsgeneeskundige diensten heeft ook een kostprijs en loopt soms erg hoog op. Dit is aangekaart in de Taskforce Testing. Er werd ook binnen Co-Prev – dat is de dienst die de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk overkoepelt – de afspraak gemaakt dat iedereen zich moet houden aan de wettelijk vastgelegde tarieven.
- De vraag of de sneltesten ook na 1 mei nog gratis zullen zijn: absoluut. De coronacommissaris heeft laten weten dat de regeling aanvankelijk tot eind april was, maar dat die verlengd zal worden.
- Moet er nog altijd een bedrijfsarts aanwezig zijn? In principe kunnen ook anderen het nu al, het kan ook gebeuren door een verpleegkundige van de arbeidsgeneeskundige dienst, onder de verantwoordelijkheid van een arts. Maar die arts hoeft niet noodzakelijk ter plekke aanwezig te zijn voor de afname. Dat gaat dus iets breder.
- Wat de zelftesten betreft: daarvoor is de aanwezigheid van de bedrijfsarts in bepaalde situaties niet nodig. In het advies van de RAG – dat is de Risk Assessment Group – van 23 maart 2021 wordt, voor wat de sneltests en de zelftests betreft, het volgende gesteld: ‘De staalafname en het testen kan op verschillende manieren georganiseerd worden. Elk bedrijf kiest de procedure die het best past. De staalafname en de test gebeurt door de arbeidsarts of zijn verpleegkundige. Dit kan in het bedrijf zijn, of erbuiten. De staalafname en de test gebeurt door het personeelslid zelf, onder supervisie in het bedrijf. Daarbij kun je geen druk uitoefenen. De staalafname en de test gebeurt door het personeelslid thuis.’ Men mag dus eigenlijk kiezen hoe dat zal verlopen. In het eerste geval gaat het over de afname van een klassieke snelle antigeentest. Dat zijn de testen die we bij ons in de stock liggen hebben. In het tweede en derde geval gaat het over zelftesten, die verkrijgbaar zijn in de apotheek. Daarbij is het wel de bedoeling dat, als die zelftesten worden ingezet binnen de werkcontext, ook de arbeidsgeneeskundige dienst betrokken wordt, onder meer om een inschatting te maken van het nut van het gebruik van de testen en om erover te waken dat alle maatregelen worden gerespecteerd. De arbeidsarts zal natuurlijk ook de opvolging moeten doen in geval van een positieve test.