In uitvoering van het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024 werd aan lokale besturen de mogelijkheid geboden tot het uitschrijven van GAS-boetes voor lichte snelheidsovertredingen, de zogenaamde GAS 5.
Het invoeren van gemeentelijke administratieve sancties voor lichte snelheidsovertredingen brengt heel wat werk met zich mee, dit terwijl voornoemde snelheidsovertredingen op heden geautomatiseerd worden afgehandeld via cross border enforcement procedure (cbe).
Als een lokaal bestuur wil instappen in GAS 5, betekent dat dat de afhandeling van de lichte snelheidsovertredingen opnieuw lokaal dient te gebeuren. Dat vergt de nodige software en capaciteit op het niveau van de politiezone en de lokale besturen (GAS-ambtenaar).
De implementatie van GAS 5 vergt:
- Capaciteit en software voor de politie
- Capaciteit en software op niveau van de sanctionerend ambtenaar
Aangezien in de infrastructuur (personeel, IT e.d.) en noodzakelijke voorwaarden reeds voorzien is in de gewestelijke verwerkingscentra, zou een afhandeling van de GAS 5-boetes in die centra tot de mogelijkheden kunnen behoren.
Minister Peeters liet me weten dat het Decreet een ondersteuning door de gewestelijke verwerkingscentra niet uitsluit.
Om GAS-snelheid te kunnen laten verwerken door de gewestelijke verwerkingscentra zullen er immers enerzijds aanpassingen nodig zijn aan het ICT-systeem en zal anderzijds nood zijn aan bijkomende capaciteit. De vraag naar deze aanpassingen moet formeel gesteld worden aan de Directie van de Politionele Informatie en de ICT-middelen (DRI) van de federale politie. Dit is tot op heden nog niet gebeurd. Wel zit een vertegenwoordiger van DRI mee rond de tafel in de taskforce handhaving GAS-snelheid en wordt men dus betrokken in de monitoring en opvolging ervan.