Steun aan de modesector

In de commissie economie had ik het vandaag over de steun voor de modesector: De winterkoopjes blijken namelijk uit te draaien op een fiasco voor de modesector. Meer en meer handelaars beginnen in moeilijke papieren te raken en worden stilletjes aan radeloos.

Uit een rondvraag van Unizo en Mode Unie blijkt dat acht op de tien ondernemers in de sector minder hebben verkocht dan normaal het geval is. Gemiddeld gaat het om een minverkoop van meer dan 25 procent, maar dat cijfer is een foutieve weergave van hoe erg het eigenlijk gesteld is.

Vanuit de sector vraagt men extra hulp voor ondernemers: financiële compensatie en een tijdelijke btw-verlaging, maar ook om bijvoorbeeld opnieuw met twee te mogen shoppen, weliswaar mensen uit dezelfde bubbel, om het veilig te houden.

Intussen voeren we hier in het Vlaams Parlement ook het debat over het invoeren van een loonsubsidie, specifiek voor de eventsector. Die loonsubsidie kan echter ook voor andere ondernemingen, die open mogen blijven, maar wier omzet bijvoorbeeld gedaald is doordat het sociale leven door de overheid is stilgelegd, zoals de modesector.

Ik vroeg in de commissie hoe de minister staat tegenover het invoeren van een loonsubsidie voor de modesector en of ze er bij de federale collega’s voor zal pleiten om het winkelen met twee opnieuw toe te laten? Daarnaast zullen veel kleinere modehandelaars vermoedelijk geen gebruik kunnen maken van de globalisatiepremie. Zal er nog een steunmaatregel uitgewerkt worden voor de kleinere bedrijven? Of vinden die vlot de toegang tot de reeds bestaande maatregelen?

 

Uit het antwoord van minister Crevits: Er is al meermaals overleg geweest met de sector van de detailhandel in kleding en mode. Men spreekt van omzetverliezen van 30 procent tot 40 procent.

De oorzaak ligt bij de opgelegde sluitingsperiode in de tweede lockdown, maar ook bij de daling van het consumentenvertrouwen in het algemeen en de opgelegde maatregelen, die het sociale leven beperken. Het zwakke voorjaar, het zwakke zomerseizoen en corona hebben dus heel stevig ingehakt op de draagkracht van onze zelfstandige modehandelaars. Dat is wel verontrustend.

Als antwoord op de vragen:

  • Duidelijke vraag vanuit de sector om zich in 2021 soepel te kunnen beroepen op de tijdelijke werkloosheid, wanneer dat nodig is. Op die manier kan men het personeelsbestand ook flexibel aanpassen aan de klantenstromen.
  • Voor loonsubsidies kwam er niet direct een vraag vanuit de modewinkels. Ze hebben weinig backofficepersoneel dat aan het werk moet blijven in geval van sluiting of een sterke terugval van de klantenstromen.
  • Een van de factoren die de kooplust drukken, is volgens de modesector inderdaad het verbod op winkelen met twee. Daarom moeten we bekijken hoe we zo snel mogelijk dat winkelen met twee opnieuw mogelijk kunnen maken.
  • Het klopt dat die globalisatiepremie voor veel kledingwinkels niet van toepassing zal zijn. Er is vandaag evenwel vooral een zeer, zeer grote liquiditeitsnood. Het aankopen van de collectie voor een nieuw seizoen vraagt een belangrijke financiële uitgave, namelijk de aankoop van voor minstens 160.000 euro aan handelsgoederen per seizoen, maar voor de grotere winkels is dat al snel een half miljoen euro. Door die zwakke verkoop en de slechte solden zitten heel wat winkeliers na een coronajaar financieel dus op hun tandvlees en hebben ze weinig reserves. Daarom zijn we op dit ogenblik de formule van de herstartlening aan het onderzoeken. Door dat instrument zouden handelaars nu cash kunnen krijgen om hun aanbod te vernieuwen en een succesvolle doorstart mogelijk te maken. We zijn dus aan het bekijken of we heel specifiek voor de retail zo’n instrument in het leven kunnen roepen.
Het volledige verslag kan je hier terug vinden.